Moro reflex

De reflex zorgt voor een reactie op zintuigelijke prikkels. Als eerste treedt een soort verstarring op , waarbij de persoon verlamd kan zijn van angst. Vervolgens komt adrenaline vrij waardoor actie mogelijk wordt. Een baby zal zijn spieren in zijn nek, armen en benen aanspannen waardoor zijn ledematen uitslaan en hij zal gaan huilen.

De mororeflex wordt ook wel de vlucht- vechtreflex genoemd. Bij gevaar zal vluchten of vechten de reactie zijn. Dat kan zich ook uiten in huilen of een uitbarsting van woede.

Bij een groter kind of een volwassene is de uiterlijke reactie op zintuigelijke prikkels soms niet zichtbaar, maar van binnen gebeurt vanalles. Er komt een stoot van de stresshormonen adrenaline en cortisol vrij. De bloedvoorziening naar de lange spieren in armen en benen krijgt voorrang, wat ten koste gaat van onder meer de bloedvoorziening voor spijsvertering, het afvoeren van afvalproducten uit spieren en cellen en de cognitieve werking van het brein.
De bijnieren (producenten van adrenaline) raken uitgeput, voedingsstoffen worden niet goed opgenomen, afweerreacties treden op (eczeem, allergieën). Bloedsuikers worden sneller verbrand dan bij anderen, waardoor stemmingswisselingen kunnen ontstaan en de (leer-) prestaties kunnen worden beïnvloed.
Adrenaline en cortisol spelen een belangrijke rol in de afweer tegen allergene stoffen en infecties. Wanneer de productie van deze twee hormonen door de opgewekte mororeflex voortdurend hoog is, kunnen zij hun functie bij de afweer niet goed vervullen. Daardoor hebben kinderen met een ongeremde mororeflex vaak last van keel, neus oor- (KNO-) problemen, allergieën of zij reageren te sterk op bepaalde medicijnen.
Door uitputting van het hele fysieke systeem kunnen van verloop van jaren burn-outklachten ontstaan.

Afvalstoffen in het lichaam die niet goed worden afgevoerd onder invloed van de Mororeflex kunnen tot gevolg hebben dat hoofdpijn ontstaat, maar ook jeuk, lever-, galblaas- en darmproblemen kunnen het gevolg zijn. Wanneer de spijsverteringsorganen de afvalstoffen onvoldoende kunnen afvoeren, helpen de longen mee, maar als ook dat onvoldoende lukt kunnen ook luchtwegproblemen zoals astma of bronchitis ontstaan.

Wanneer de Mororeflex ongeremd aanwezig is of onvoldoende ontwikkeld is, zijn een of meerdere zintuigen vaak erg gevoelig, waardoor iemand te sterk op bepaalde prikkels zal reageren. Plotseling geluid, licht, een plotselinge beweging, een verandering van houding, pijn, plotselinge aanraking, geur of bepaalde smaken kunnen de Mororeflex op onverwachte momenten opwekken. Het kind is voortdurend alert en staat voortdurend op ‘scherp’. Hij bevindt zich voortdurend op randje van vluchten of vechten en dat houdt zichzelf in stand: door de reflex wordt de productie van stresshormonen adrenaline en cortisol gestimuleerd, maar door deze hormonen neemt ook de gevoeligheid van de zintuigen toe, waardoor hij extra veel zal waarnemen. Dat leidt voortdurend af, zodat dit deze kinderen en volwassenen moeite hebben met leren, concentreren en een taak afmaken.

Wanneer de zintuigen zo scherp waarnemen zijn twee reactie mogelijk: angst of overactiviteit c.q. agressie. In geval van angst zal hij zich uit situaties ’terugtrekken’, hij kan zich moeilijk aanpassen en kan niet gemakkelijk affectie accepteren of tonen. Bij overactiviteit is het kind vaak agressief of prikkelbaar, hij zal moeite hebben met het lezen van lichaamstaal en wil situaties domineren. Bij beide reacties hoort manipulatief gedrag, omdat deze kinderen grip willen houden op hun emoties.

Kenmerken

  • Een of meerdere zintuigen die erg gevoelig zijn en zeer goed kunnen waarnemen. bijv

    • Lichtgevoeligheid (bijv. moeite met het onderscheiden van zwarte letters en tekens op wit papier, snel moe worden onder TL-verlichting)

    • Overgevoeligheid voor geluiden (ook: moeite hebben met zich af te sluiten voor achtergrondgeluiden zoals een tikkende klok, druppelende kraan, brommen van elektrische apparaten)

    • Zeer goed kunnen ruiken, soms zo goed dat de geur van mensen in de nabijheid al teveel is. De reactie kan zijn dat deze kinderen zich afzonderen van anderen om die geuren te vermijden.

    • Gevoelig zijn voor aanraking. Een hekel hebben aan (onverwachte) aanraking.

  • Allergieën, auto-immuunziektes (bijv. astma, eczeem, veelvuldige KNO-problemen)

  • Voortdurend afgeleid zijn, slechte concentratie, moeite met afmaken van taken, lees- en leerproblemen door afleiding.

  • Burn-outklachten bij volwassenen

  • Schrikachtig zijn, ook: nachtmerries.

  • Plotselinge woede uitbarstingen of huilbuien

  • Slecht evenwicht en slechte coördinatie

  • Ogen worden naar de omtrek van een voorwerp getrokken, waardoor het binnenste moeilijker kan worden waargenomen (moeite met waarnemen van letters en woorden op bladzijden bij lezen!)

  • Ongunstige reacties op medicijnen

  • Moeite hebben met verandering of verrassing. Slecht kunnen aanpassen (autisme gerelateerde stoornissen zoals PDD NOS of Asperger)

  • Snel wisselende bloedsuikerspiegel (snelle stemmingswisselingen, slecht concentratievermogen)

  • Angsten die schijnbaar geen verband houden met de werkelijkheid

  • Heftige reacties op prikkels

    • Stemmingswisselingen

    • Gespannen spieren (lichamelijke verharding)

    • Moeite met accepteren van kritiek

  • Afwisselend hyperactief en ernstig vermoeid zijn; uitputting c.q. weinig uithoudingsvermogen hebben (ook: chronische vermoeidheid ME)

  • Moeite met beslissen

  • Lage zelfwaardering (onzekerheid, afhankelijkheid, behoefte om omstandigheden te controleren, manipuleren of beïnvloeden)

  • Hoofdpijn, jeuk, lever-, galblaas-, darmproblemen. Voortdurende brom of piep in het oor hebben.