Tonische labyrint reflex (TLR)

Bij deze reflex wil het lichaam naar voren ineen zakken wanneer het hoofd naar voren wordt gebogen. De armen, benen en rug willen strekken wanneer het hoofd naar achteren buigt. Een kind met een ongeremde TLR zal niet goed kunnen kruipen.

Een ongeremde TLR veroorzaakt problemen met de balans en verdeling van spiertonus door het hele lichaam. Bewegingen van het hoofd beïnvloeden de spiertonus, hij kan moeilijk zijn spiertonus direct aanpassen aan zijn beweging, waardoor het evenwichtscentrum in de war raakt. Daardoor kan hij zich moeilijk focussen met zijn ogen. Zijn ruimtelijke en richtingsgevoel worden bemoeilijkt en hij kan moeilijk diepte, snelheid en afstand goed inschatten. Hij kan de zwaartekracht slecht voelen. Een kind met een ongeremde TLR kan zich moeilijk oriënteren omdat een vast punt in de ruimte ontbreekt. Hij weet niet goed waar hij in de ruimte is. Informatie via zijn ogen over waar hij in de ruimte is, is onbetrouwbaar. Hij vindt het moeilijk om boven, onder, links, rechts, voor en achter te onderscheiden. Soms uit zich dat ook op school en zal hij bijvoorbeeld vaak in spiegelbeeld schrijven. Het gebrek aan oriëntatievermogen en het ontbreken van een referentiepunt geldt ook voor tijd. Tijd wordt een loos begrip. Dit kind zal veel moeite hebben om binnen de tijd iets af te hebben, of om op tijd te komen.

Een lichaam met een ongeremde TLR wiebelt van voor naar achter onder invloed van de hoofdbewegingen. Om dat tegen te gaan compenseert het lichaam door verstarring: voorovergebogen, of juist achterover (te veel) gestrekt. En dat geeft rugklachten, spierkramp en afvalstoffen die moeilijk afgevoerd kunnen worden. Bovendien kost die houding en het compenseren veel inspanning, wat leidt tot vermoeidheid.

Een ongeremde TLR en daardoor de gebrekkige beheersing van de nekspieren, kan onbewust het gevoel geven dat het hoofd ‘los’ aan de romp zit. En dat kan met (doods-)angst gepaard gaan, want zonder hoofd kun je niet leven. Kinderen met een ongeremde TLR kunnen dan ook erg angstig zijn, schijnbaar zonder reden. Ook deze reflex kan aan één kant sterker ongeremd zijn dan aan de andere kant.

Waaraan je een ongeremde TLR kunt herkennen en wat door een ongeremde TLR kan worden veroorzaakt

  • Slecht kunnen focussen met de ogen. Problemen met zicht. Problemen met overschrijven van informatie van het schoolbord naar schrift. Soms wordt (onnodig) een bril voorgeschreven, of wordt het kind dichter bij het schoolbord gezet.

  • Hoogtevrees, een hekel hebben aan open bruggen en open trappen, juist ook bij het naar boven gaan.

  • Wagenziekte

  • Moeite met zwemmen

  • Een hekel hebben of moeite met sporten in z’n algemeenheid

  • Angsten, ook doodsangst

  • Slechte (gebogen) houding. Schouders buigen steeds meer naar voren bij langer staan (bij een sterke ongeremde TLR naar de buikzijde). Verkramping of verstarring in een naar voren gebogen houding.

  • Slechte houding, stramme rug en nek, houterige gang (bij een sterke ongeremde TLR naar de rugzijde)

  • Rugklachten door verkramping of verstarring

  • Veelvuldig op de tenen of de voorvoet lopen en staan

  • Niet kunnen kruipen, wel tijgeren

  • Problemen met balans en verdeling van spiertonus door het hele lichaam. Slecht evenwicht.

  • Gebrek aan richtingsgevoel en moeite met inschatten van afstand, diepte en snelheid

  • Slecht tijdbesef, veelvuldig te laat komen, moeite met nakomen van tijdafspraken